Investeren in zonnepanelen nu mogelijk zonder recht van opstal voor bank

ABN AMRO, OVVIA en BOM Renewable Energy stellen samen ruim EUR 12 miljoen beschikbaar voor de installatie van zonnepanelen op bedrijfspanden in Brabant. 

OVVIA uit Veldhoven is verantwoordelijk voor de exploitatie van zonnedaken volgens het ESCo-concept. Een ESCo is een belangrijke schakel bij de reductie van CO2 in het kader van de nieuwe klimaatwet. Dankzij de samenwerking kunnen Brabantse ondernemers voldoen aan hun wettelijke verplichtingen onder de nieuwe klimaatwet, zonder zelf te investeren. 

In de discussie over de financiering van de klimaatdoelstellingen neemt ABN AMRO met deze investering als een van de eerste Nederlandse banken een standpunt in: Als bedrijven voldoen aan bepaalde voorwaarden is investeren in zonnepanelen mogelijk zonder dat de bank een recht van opstal eist.

Vincent Groet, directeur Bouw Zuid & Zuid-West Nederland bij ABN AMRO: “We hebben een fraaie stap voorwaarts kunnen zetten. Daardoor kunnen we nu als bank substantieel bijdragen aan de verduurzaming van Brabant. Met de financiering van het ESCo-concept dat we met OVVIA en BOM hebben ontwikkeld, bieden we een unieke propositie voor ondernemend Brabant.” 

Pay-per-use

In het ESCo-concept staat het ‘pay-per-use’ principe centraal. De Energy Service Company investeert in de aanleg en het onderhoud van installaties die nodig zijn om energie te besparen. In ruil voor deze investering betalen gebruikers een maandelijkse vergoeding, die lager is dan de besparing op de energierekening.

“Veel ondernemers zijn zich er niet van bewust dat ze verplicht zijn om bij te dragen aan de reductie van CO2”. – Jan van Hout – OVVIA

Jan van Hout, directeur van OVVIA, verwacht mede door de samenwerking met ABN AMRO en BOM dit jaar een groei van 60 procent te realiseren. “Veel ondernemers zijn zich er niet van bewust dat ze verplicht zijn om bij te dragen aan de reductie van CO2. De samenwerking met ABN AMRO en de BOM maakt het mogelijk om aan die wettelijke verplichting te voldoen en tegelijkertijd flink te besparen op de energierekening, zonder dat ze zelf hoeven investeren. Het is bijna te mooi om waar te zijn.”

Ook Harmen de Kool, manager BOM Renewable Energy, is blij met de samenwerking. “ESCo’s spelen een belangrijke rol in ons streven om Brabant energieneutraal te maken. Daarbij hebben we de banken hard nodig. ABN AMRO is de eerste bank die bereid is om haar nek uit te steken en het recht van opstal in deze constructie los te laten. Dit maakt de financiering van zonnedaken een stuk makkelijker. We hopen dat we snel meer banken ervan kunnen overtuigen om hetzelfde te doen.” 

Industrie wil geld zien voor Klimaatakkoord

De Nederlandse industrie wil compensatie voor de kosten die ze moet maken voor het Klimaatakkoord van Parijs. De industrie verwacht dat tot 2030 €15 mrd tot €20 mrd extra investeringen nodig zijn voor projecten om de CO₂-uitstoot te reduceren. Voor de industrie zelf zijn die investeringen onrendabel, maar vanuit nationaal perspectief zijn die wel gewenst. De bedrijven dringen daarom aan op een vergoeding van de overheid.

Dat blijkt uit de bijdrage van de Industrietafel aan het Klimaatakkoord op hoofdlijnen. Minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat neemt dinsdagmiddag het akkoord in ontvangst. Het FD heeft een deel van bijdrage van de verschillende ‘klimaattafels’ al in handen. De onrendabele kosten lopen volgens de eerste berekeningen van de industrie op naar een bedrag van €550 mln à €1 mrd per jaar.

De industrie wil een vergoeding om haar concurrentiepositie te beschermen. ‘Dit rechtvaardigt een vergoeding van de onrendabele kosten binnen een internationaal “level playing field”, zoals ook aangegeven in het Regeerakkoord.’

De komende maanden rekenen planbureaus de uitkomsten van het Klimaatakkoord door. In het najaar gaan de onderhandelingen over een definitief verder. Dan moet ook duidelijk worden wat de financiële bijdrage van de overheid zal zijn.

Groene waterstof

Het Klimaatakkoord beschrijft een reeks maatregelen per sector om de CO₂-uitstoot in Nederland in 2030 te halveren. In 2050 moet die bijna geheel nul zijn. De industrie moet meer dan 14 megaton CO₂ zien te besparen in 2030.

‘De afgelopen 25 jaar heeft de Nederlandse industrie reeds meer dan 31 megaton aan broeikasgasemissies gereduceerd (circa 35%) terwijl ze in deze periode substantieel is gegroeid. Ze behoort nu al tot de wereldtop van de meest CO₂-efficiënte industrieën. Echter, de makkelijke opties zijn gerealiseerd en nu volgen de moeilijke en duurdere maatregelen’, zo valt te lezen in het document.

Veel technologieën die voor de transitie nodig zijn, zijn nog niet grootschalig beschikbaar. Het is daarom lastig de kosten ervan te begroten, aldus de industrieparagraaf in het Klimaatakkoord. De industrie wil investeren in onder meer groene waterstof, het opvangen en gebruiken van CO₂ als grondstof, bioraffinage en warmtepompen ‘die waar mogelijk al voor 2030 ingezet kunnen worden en zeker na 2030 een belangrijke rol gaan spelen’, aldus de sector.

Opvang van CO₂

Tot die tijd moeten de verminding van uitstoot vooral komen vooral energie-efficiency, het stimuleren van elektrificatie in de industrie en waar nodig het afvangen en opslaan van CO₂ op zee. In totaal gaat het om 7 megaton in 2030. De opvang van CO₂ moet de grootste bijdrage leveren aan het terugdringen van de uitstoot.

‘Afvangen en opslaan van koolstof gebeurt als tussenstap in de transitie, maar is ook een opmaat naar het afvangen en hergebruik van koolstof in de circulaire economie (CCU)’, aldus het document.

Volgens het werkdocument moeten nog veel details worden uitgewerkt om tot een definitief akkoord te komen, ‘waar de industrie ook echt mee kan werken’.

Verzwaring van elektriciteitsnet

Zo moeten onder andere maatregelen en plannen worden uitgewerkt in de diverse regio’s en door de verschillende deelsectoren (chemie, raffinage, technologische industrie, metaal, papier, glas, cement, voedingsmiddelen, afvalverwerking, ICT, olie- & gasexploitatie, bouwmaterialen).

De transitie in de industrie vraagt om grootschalige aanpassingen in de energie- en grondstoffeninfrastructuur. Er zijn daarom investeringen nodig voor verzwaring van elektriciteitsaansluitingen, buisleidingen, grootschalige elektrolyse capaciteit en warmte-stoomnetten. Daarbij moet vervoer over water, over de weg en per trein ook worden meegewogen.

Wet verplicht verduurzamen van kantoorgebouwen definitief!

Met ingang van 2023 moeten kantoorgebouwen over een groen energielabel (Label C of beter) beschikken. Anders dan de algemene regel geldt dit niet alleen bij mutatie maar tevens tijdens gebruik van het gebouw door bv. de gebouweigenaar zelf.

Niet alleen woningen, maar ook kantoorgebouwen moeten verduurzamen. Dit is geregeld middels een wijziging van het Bouwbesluit. De ingangsdatum van deze wijziging is 1 oktober 2018.  De deadline voor gebouweigenaren van kantoren met een slecht label is 1 januari 2023. Op die datum moet er een geldig energielabel C of beter (Energie-Index van 1,3 of lager) zijn. Is dat er niet, dan is het vanaf die datum verboden het gebouw als kantoor te gebruiken.

Belangrijk zijn de volgende uitzonderingen:

  • Een kantoor met een oppervlakte van minder dan 100 m²;
  • Een kantoor gebruikt als nevenfunctie (minder dan de helft van het gebruiksoppervlak heeft kantoorfunctie);
  • Rijks-, provinciale of gemeentelijke monumenten. (Beschermde stads- en dorpsgezichten behoren hier niet toe);
  • Binnen twee jaar te slopen, transformeren of te onteigenen panden. Transformatie van het kantoorpand naar wooneenheden gemengd met kantoor -en/of winkel kan een renderende oplossing zijn. Raadpleeg hiervoor het bestemmingsplan en de gemeente. Indien het mogelijk is om de bestemming te wijzigen, helpen wij u graag verder!

Hoofdlijnen Klimaatakkoord: SDE+-regeling blijft beschikbaar tot en met 2025

Uit de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord blijkt dat de sectortafel Elektriciteit wil dat de SDE+-regeling in Nederland tot het kalenderjaar 2025 beschikbaar blijft.

Minister Wiebes zinspeelde in de voorbije periode op het eerder stopzetten van de regeling, maar daar denken de onderhandelaars aan de sectortafel dus anders over. Zij schrijven het volgende: ‘De SDE+subsidieregeling blijft tot en met 2025 beschikbaar voor hernieuwbare elektriciteitsopties. Indien nodig kunnen na 2025 alternatieve instrumenten, niet zijnde subsidie, worden overwogen om investeringszekerheid op kosteneffectieve wijze te borgen. Een verkenning daartoe start in 2021, waarbij onder andere wordt gekeken naar een leveranciersverplichting en het verder stimuleren van de vraag naar hernieuwbare elektriciteit.’

De deelnemers van de Sectortafel Elektriciteit stellen verder zich te committeren aan voortgaande reductie van productiekosten, zodat het beroep op de SDE+-regeling, verder zal dalen. Hiervoor worden in gezamenlijkheid benodigde acties daartoe nader uitgewerkt.

Klimaatneutrale industrie Zeeland

Het klimaatakkoord van Parijs heeft de klimaatverandering en de noodzaak om actie te ondernemen op de actielijst van CEO's van multinationals gezet. De meeste partijen hebben de ontkenningsfase verlaten. De afspraak om de temperatuurstijging van de aarde op maximaal 2 graden te houden vereist een gigantische inspanning van alle sectoren. Het betekent een emissievrije energievoorziening in 2050. Dat is al over 30 jaar en is een enorme uitdaging. Deze periode is gelijk aan de operationele leeftijd van veel installaties in de industrie. Dit houdt dus in dat elke investering in de komende periode moet worden overwogen op basis van de randvoorwaarde dat we de komende decennia kunnen werken aan emissievrije productie zonder gestrande activa te creëren. De Smart Delta Resources(SDR)-bedrijven pakken deze uitdaging aan en bezien welke kant het op gaat en hebben een routekaart laten ontwikkelen voor de industrie in de Deltaregio Zeeland en Noord-Vlaanderen.

Gebouwen over zeven jaar helft energiezuiniger

Gebouwen gaan in de komende zeven jaar de helft minder energie verbruiken. Uiteindelijk moet zelfs al het Nederlandse vastgoed CO2-neutraal worden, volgens de ambitie van de Dutch Green Building Council (DGBC). Vandaag presenteerden zestig grote marktpartijen het Deltaplan Duurzame Renovatie, waarin een een meerjarig verduurzamingsprogramma is vastgelegd voor onder meer supermarkten, winkels, kantoren, logistieke centra en maatschappelijk vastgoed.

Uiteindelijk moeten de doelstellingen van het kabinet niet in 2050 maar al in 2040 worden bereikt. Alleen op die manier kan volgens de partijen worden voldaan aan de doelstellingen van het Parijse klimaatakkoord. In de Franse hoofdstad spraken landen af dat de aarde de komende decennia maximaal 2 graden mag opwarmen. Daarvoor is hethuidige tempo van verduurzaming te laag. Bij de noodzakelijke inhaalslag moeten op grote schaal isolatie, zonnepanelen, warmtepompen, energiezuinige apparaten en LED-verlichting worden ingezet, menen de partijen.

Bron: BNR

Banken verplichten vastgoedverduurzaming

Na ING en ABN AMRO introduceert ook de Rabobank verplichte energielabels bij nieuwe financieringen voor commercieel vastgoed. De bank wil de hele portefeuille binnen 10 jaar hebben verduurzaamd.

De banken reageren hiermee op de wettelijk verplichte verduurzaming die minister Blok eind 2016 aankondigde. Het is de bedoeling dat kantoorgebouwen van meer dan 100 m2 vanaf 2023 minimaal energielabel C hebben.

Eind vorig jaar kondigde ING al aan de panden van eigenaren zonder verduurzamingsplannen niet meer te financieren. ING wil vanaf 2023 een volledig groene portefeuille hebben. De eis gaat al vanaf 2018 in omdat veel vastgoedleningen een looptijd van 5 jaar hebben. De verwachting is dat huurders door deze maatregel makkelijker kiezen voor een groen pand, waardoor bruine panden in waarde zullen dalen.

Ook ABN AMRO maakte in juli van dit jaar een vergelijkbare maatregel bekend. Zakelijke klanten kunnen 100% financiering krijgen.

ABN AMRO stelde een miljard euro aan financiering beschikbaar voor hun klanten. Het gevolg hiervan was dat de zakelijke vastgoedportefeuille van de bank steeg van 1% naar 13%. De tijd lijkt dus rijp voor verduurzaming.

Bron: rvo.nl

Verplichting energielabel C voor kantoren

Energielabel C verplichting kantoren

Verwacht wordt dat ieder kantoor groter dan 100m2 in 2023 minimaal energielabel C moet hebben. Dit betekent een Energie-Index van 1,3 of beter. Naar schatting moeten bij meer dan helft van de kantoren in Nederland maatregelen genomen worden om aan deze aanstaande verplichting te voldoen. De definitieve wetgeving wordt nu voorbereid. Dat geldt ook voor de uitvoering van de regels, de naleving en de handhaving daarvan.

1 januari 2023

De energielabel C-verplichting voor kantoren gaat naar verwachting gelden vanaf 1 januari 2023. Voldoet het pand dan niet aan de eisen, dan mag het niet meer als kantoor gebruikt worden. Wel gelden er enkele uitzonderingen, waaronder:

  • Kantoor(ruimte) gebruikt als nevenfunctie (<50% gebruiksoppervlak heeft kantoorfunctie)
  • Monumenten (Rijk/prov./gem.) *beschermde stads- en dorpsgezichten behoren hier niet toe
  • Binnen 2 jaar te slopen/transformeren/onteigenen panden

Energiebesparingsverkenner Kantoren

Met de Energiebesparingsverkenner Kantoren kunt u een indicatie krijgen hoe u aan de Energielabel C verplichting kunt voldoen. De verkenner geeft inzicht in de investeringskosten, de jaarlijkse besparing op energiekosten en de terugverdientijd. Ook ziet u het milieueffect, uitgedrukt in CO2-reductie per m2.

Energielabels voor kantoren

Check uw energielabel

Een energielabel laat zien hoe energiezuinig een gebouw is. Ook maakt het duidelijk welke energiebesparende maatregelen mogelijk zijn. Een energielabel is verplicht bij verkoop, verhuur of oplevering van een pand en is tien jaar geldig. Check eerst uw energielabel op www.ep-online.nl. Met de tool Energiebesparingsverkenner Kantoren kunt u spelen met de mogelijkheden en zien wat het nemen van maatregelen doet met het energielabel.

Uw pand heeft energielabel A t/m C

Met een energielabel van A, B of C voldoet uw kantoor aan de norm voor 2023. De rijksoverheid streeft echter naar een energieneutrale gebouwde omgeving in 2050. Ook voor bestaande bouw. Op dit moment zijn er verschillende financiële regelingen die u daarbij ondersteunen. Met het oog op de toekomst is het verstandig om alvast energiebesparende maatregelen te onderzoeken.

Uw pand heeft een energielabel D t/m G

Kantoren met een label D t/m G kunnen soms zonder bouwkundige ingrepen energielabel C halen. De verwachting is dat alle kantoren in 2030 gemiddeld energielabel A moeten hebben. Het is dus verstandig om een maatwerkadvies aan te vragen bij een erkend energieadviseur. Misschien kan uw pand daardoor direct de stap maken naar energielabel A of B.

Uw pand heeft geen label

Wanneer uw pand geen label heeft, gaat u in gesprek met een energieadviseur. Deze kan inschatten hoe energiezuinig uw gebouw is. Denkt uw adviseur dat uw pand energiezuinig is (A t/m C)? Dan kan die een labelberekening maken. Hieruit komt het definitieve label; bij A t/m C zal de adviseur uw label registreren en uw pand afmelden.

Voldoet uw pand toch niet minimaal energielabel C? Neem dan onderstaande stappen. Dat geldt ook voor ieder pand waarbij de adviseur vooraf inschat dat deze niet aan label C voldoet.

In vier stappen naar energielabel C (of beter)

Heeft uw gebouw label D t/m G? Volg de volgende stappen om uw pand voor 2023 naar energielabel C te tillen.

Stap 1: Vraag een maatwerkadvies aan

Een energieadviseur controleert het gebouw op een aantal kenmerken, signaleert verbetermogelijkheden en maakt een kostenberekening. Ook kan hij voor u de Erkende Maatregellijsten meenemen in zijn advies; dat zijn maatregelen waarmee u voldoet aan het Activiteitenbesluit (Wet milieubeheer). Laat u de aanbevolen maatregelen uitvoeren? Dan kunt u subsidie ontvangen voor het advies. Een maatwerkadvies wordt ook wel energieprestatieadvies (EPA) genoemd. Dit advies heeft niet automatisch een energielabel als gevolg. Als opdrachtgever kunt u afspreken ook een energielabel op te laten maken, dit kost vaak weinig extra.

Stap 2: Verken financiële regelingen

RVO.nl ondersteunt het nemen van energiebesparende maatregelen, waaronder de subsidies:

  • Energie-investeringsaftrek (EIA)
  • Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE)
  • Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+)

Stap 3: Voer de maatregelen uit

Voer de energiemaatregelen voor 2023 uit, om in ieder geval op energielabel C te komen. Kies hierbij indien mogelijk voor ‘no regret'-maatregelen. Dergelijke maatregelen dragen bij aan een energieneutraal kantoor en houden rekening met verdergaande aanpassingen in de toekomst. Zoals bijvoorbeeld genoeg ruimte om een installatie later aan te passen naar de stand van de techniek.

Stap 4: Laat een nieuw energielabel opstellen

Schakel opnieuw een energieadviseur in om het nieuwe label vast te stellen.

Veelgestelde vragen

Vragen over Energielabel C? Lees de veelgestelde vragen.

Inspiratie opdoen?

Benieuwd naar hoe andere kantooreigenaren de sprong naar energielabel C hebben gemaakt? Bekijk de praktijkvoorbeelden.

Duurzame energie in SDE+ wordt nog steeds goedkoper

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft in het najaar van 2017 vanuit de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) ondersteuning toegezegd aan 4.215 projecten. Opvallend is dat de kosten voor wind op land blijven dalen. Wat verder opvalt is de massale inschrijving door zonne-energieprojecten (zon-PV), met maar liefst 3.945 projecten.

Met de SDE+ levert het kabinet een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen voor hernieuwbare energie. Samen met de partners van het Energieakkoord zet het kabinet de komende jaren grote stappen om de energievoorziening in Nederland verder te verduurzamen tegen zo laag mogelijke kosten. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat ondersteunt duurzaam opgewekte energie uit zon, wind, water, geothermie en biomassa in Nederland via deze SDE+ ronde met 6 miljard euro.

Minder subsidie nodig
Duurzame energieopwekking wordt door schaalvergroting en technische ontwikkelingen steeds goedkoper, waardoor er steeds minder subsidie nodig is. De SDE+ versnelt die ontwikkeling, wat past in de lijn van het Regeerakkoord, waar wordt ingezet op de meest kostenefficiënte oplossingen. De regeling werkt als een veiling en stimuleert aanvragers om projecten voor een zo laag mogelijke subsidie in te dienen, waarbij alle projecten en technologieën met elkaar concurreren. Dat lokt innovatie en kostenreductie uit; positief voor het klimaat én voor de energierekening van consumenten en bedrijven. Met name wind- en zonne-energie is de afgelopen jaren fors goedkoper geworden.

De SDE+ is bedoeld voor onder meer windparken, zonneparken, biomassa-installaties, waterkrachtcentrales en geothermieprojecten die voor het onrendabele deel nog subsidie nodig hebben. Dat is nodig, omdat hernieuwbare energieopwekking nu vaak nog duurder is dan energie uit fossiele bronnen. Met de SDE+ biedt het kabinet de stabiliteit en zekerheid die nodig is om langjarige investeringen in hernieuwbare energieprojecten aan te gaan.

34.000 projecten sinds 2008
Sinds 2008 zijn via de SDE en SDE+ circa 34.000 subsidiebeschikkingen voor duurzame energieprojecten verstrekt. Circa 41% van deze projecten is inmiddels gerealiseerd, 33% van de projecten is in de ontwikkelings- of bouwfase. Als alle projecten gerealiseerd zijn leveren ze in totaal 195,4 PJ aan duurzame energie per jaar. De SDE+ regeling kent strenge voorwaarden voor energieopbrengst, financiering en eist spoedige realisatie. Om die reden is bij 25% van de projecten de subsidiebeschikking alsnog ingetrokken. Ontwikkelaars waarvan de aanvraag is afgewezen, kunnen in volgende rondes een verbeterde aanvraag indienen.

Meer informatie
Alle SDE+ projecten uit de najaarsronde 2017 zijn te bekijken op de interactieve kaart van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, die de regeling namens het ministerie van EZK uitvoert.

Bron: Duurzaam nieuws

Project Zon op Bedrijven in Bernheze

Bernheze – Vijf bedrijven in Bernheze kregen subsidie toegekend voor het plaatsen van zonnepanelen. Wethouder Rien Wijdeven kwam deze grootverbruikers bij Van de Rakt Timmerwerken BV bedanken voor hun deelname aan het project, want vaak doet goed voorbeeld goed volgen. Een goede stap om de ambitie te verwezenlijken om in 2030 een energieneutrale gemeente te zijn.

Begin dit jaar kregen de vijf bedrijven in de gemeente Bernheze, te weten Heerkens Groente & Fruit BV, Bouwbedrijf Gebrs. van Herpem BV, Lunenburg Events & More, Van de Rakt Timmerwerken BV en Machinaal Timmerbedrijf Van Heertum BV, te horen dat aan het  SDE-subsidie werd toegekend, in het kader van het stimuleren van duurzame energieopwekking. Via de vijf gemeente Bernheze werden deze vijf SDE-aanvragen gecoördineerd, waarbij Ralf Klop van Groene Groei een grote bijdrage leverde bij de subsidie aanvragen. De subsidietoekenning betrof in totaal bijna 3.000 zonnepanelen, goed voor een totale energieopwekking van 670 MWH per jaar. Ter vergelijking, dit is voldoende stroom om ruim 190 huishoudens een jaar lang van stroom te voorzien.

De gemeente Bernheze heeft de ambitie om in 2030 een energieneutrale gemeente te zijn. Om deze ambitie te bereiken moeten inwoners, bedrijven, verenigingen en gemeente in 2020 30% van hun elektriciteit duurzaam opwekken en het energieverbruik fors verminderen. Andere bedrijven, met grootverbruikaansluiting kunnen hier ook gebruik van maken.